Rust Naya Odar

Werelddorp Naya Odar bestaat uit 2 teashops – of beter gezegd tenten – die fungeren als rustpunt voor handelaren van en naar Tibet. De eigenaar is tussenhandelaar in yarchagumba’s. De vinders verkopen hier hun caterpillar fungus voor ±2 euro per stuk. De eigenaar verkoopt ze met winst door en zo gaan ze een paar keer over de kop en worden uiteindelijk voor ±12 euro per stuk verkocht op m.n. de Chinese markt. Het theehuisje waar het drietal verblijft wordt gedreven door een jong echtpaar met een baby. Ze komen van oorsprong uit dit gebied, maar wonen tegenwoordig ’s winters in Kathmandu. Aan alles kun je zien dat dit welvarende Nepalezen zijn. Er wordt hier van alles verkocht en verhandeld. Kortom hier is tot verbazing van het team veel meer te krijgen dan in het laatste dorp Dhuli. Vooral producten uit China. De theehuis-tent is overigens pas drie dagen geleden opgezet: het handelsverkeer met Tibet komt pas over een paar weken op gang, als er meer sneeuw gesmolten is op de route van en naar de passen. Nu moeten ze het nog hebben van de yarchagumba-zoekers. En nee, toeristen hebben ze laatste jaren hier nooit meer gehad.

Het weer is redelijk. De invloed van het drogere klimaat in Tibet is merkbaar. Katja en Henk oriënteren zich nu op een gunstige route naar Yari, in het district Humla. De eigenaar meldt dat er dit seizoen nog niemand ten noorden van Naya Odar is geweest en vraagt zich af of de route wel begaanbaar zal zijn. De komende dagen wordt sowieso spannend: er is van geen enkele westerling bekend dat de doorsteek eerder is gemaakt van dit gebied naar Yari (in het district Humla – de route van Simikot naar Kailash in Tibet).